Marcel is midden in de veertig als ineens alles anders wordt. 'Van fitte vent tot man met hersenletsel'. Met hulp van ambulant begeleider Iris en een flinke dosis doorzettingsvermogen weet hij zijn draai te vinden.
‘Ik ging met mijn vrouw Margriet naar het ziekenhuis. Zij heeft sinds de geboorte van onze jongste zoon MS en moet regelmatig op controle. Ik laadde haar rolstoel in de auto en mijn sleutel viel uit mijn hand. Ik pakte hem op en schonk er verder geen aandacht aan. Onderweg voelde ik ineens mijn arm tintelen en daarna werd alles zwart. Toen ik wakker werd, stond mijn auto stil tegen een paal.
Ander ziekenhuis
De politie en ambulance waren er snel. Ze vroegen Marcel of hij had gedronken. ‘Nee’, zei ik, ‘ik ben op weg naar het ziekenhuis met mijn vrouw’. Daarna zakte ik weer weg en werd ik in een ander ziekenhuis wakker. Daar heb ik tien dagen op de intensive care en drie weken op de verpleegafdeling gelegen.’
Na onderzoeken blijkt Marcel - door een te hoge bloeddruk - een hersenbloeding te hebben gekregen. ‘Ik wist niet dat ik een hoge bloeddruk had. Ik deed altijd veel aan sport, leefde gezond. En combineerde mijn administratieve baan bij defensie met de mantelzorg voor mijn vrouw.’
Revalideren en aanpassen
Na een paar weken ziekenhuis kon Marcel verder revalideren bij Rijndam revalidatie. ‘Margriet kon in die drie maanden niet alleen thuis wonen. Dus heeft zij een tijdje bij Intermezzo revalidatie gewoond. We moesten verhuizen van onze eengezinswoning naar een appartement. Maar onze jongens waren top. Alles is doorgegaan, de rekeningen, het huishouden, alles deden ze naast school. Zij hebben geregeld dat we hier in IJsselmonde konden blijven. Dat is fijn, als je al zoveel moet opgeven. Zelf heb ik ook heel hard gewerkt om weer bij mijn gezin te kunnen wonen.’
Ambulante ondersteuning
In het revalidatiecentrum komt Marcel in contact met Middin en wordt Iris Tuit zijn vaste begeleider. ‘Ze kent ons gezin inmiddels goed. We hebben een vertrouwensband opgebouwd.’ Iris komt één keer per week bij Marcel. Marcel doet veel zelf. ‘Als Iris er is pakken ze de zaken op die blijven liggen en dan nemen ze samen het initiatief. Iris is mijn stok achter de deur.’
De toekomst
We hebben het goed samen. De jongens zijn inmiddels uit huis. Omdat we veel thuishulp hebben, is het net de zoete inval. Maar door alle hulp kunnen we nog samen zijn. Leven doen we in het moment. We communiceren met onze ogen, want bij Margriet zijn alle andere functies uitgevallen. Samen luisteren we naar van klassiekers van ABBA, met uitzicht op het groen. Daar genieten we van.’