Kim woont op Middin-locatie Dillenburgsingel. Het liefst geniet ze op het balkon van haar eigen appartement van de avondzon. ‘Je moet willen knokken voor een goed leventje.’
Kim maakt het graag gezellig thuis. Beeldjes in de vensterbank, kaarsjes aan, leuke muziek op de televisie. Dat poes Mila rondrent helpt ook. ‘Gewoon, een warm huis in plaats van rommel,’ zegt ze. ‘Ik heb dat nu eindelijk gevonden. Een eigen appartement, met balkon. Lekker in de avondzon wat drinken met mijn vriend. Weet je: ik kan hier zelfstandig mijn eigen ding doen, niemand loopt zomaar binnen. En als het nodig is, dan zijn mijn begeleiders in de buurt. Noem ze maar mijn vangnet.’
Eigen huis en structuur
Dat vangnet helpt Kim met van alles. Zoals praktische dingen die komen kijken bij het zelfstandig wonen in een eigen huis. Maar ook met hoe ze een goede structuur in haar dag houdt. ‘Vaak weet ik wel wat ik moet doen,’ zegt Kim.
Oordelen en overschatten
Kim is blij met de hulp van haar persoonlijk begeleiders, die werken volgens het methodisch kader LifeWise. Er is een belangrijke reden waarom ze die hulp accepteert. Kim: ‘Mijn begeleiders oordelen niet. Dat is fijn. Want het oordeel van anderen spookt vaak door mijn hoofd. Veel mensen overschatten me. Ik snap wel waarom: Ik praat makkelijk en kan goed uitleggen hoe iets voor mij is. Ik hoor ze denken: waarom werkt ze niet gewoon? Maar die mensen begrijpen niet hoe het werkt in mijn hoofd. Ik kan het tempo van een gewone baan niet aan. Nu niet, bedoel ik.’
Diploma’s en crises
Kim haalde haar vmbo-diploma. Ook het mbo-diploma helpende zorg en welzijn niveau 1 heeft ze binnen. Daar is ze trots op. ‘Maar ik heb wel altijd op mijn tenen moeten lopen,’ zegt ze. ‘Waarom ging alles bij mij zo moeizaam? Niemand wist het. Mijn ouders niet, mijn school niet en ik ook niet. Totdat later bekend werd dat ik die licht verstandelijke beperking had. Alleen kon ik mijn jeugd toen al samenvatten in: veel crisis en hulpverlening.’
Onmacht en verdriet
Kim begint zichzelf steeds beter te begrijpen. Kijkt ze naar haar verleden, dan ziet ze vooral veel onmacht. ‘Laat ik het zo zeggen: ik ben veel boos geweest. Gooien, smijten, schreeuwen. En de boel in de maling nemen. Daar heb ik mensen verdriet mee gedaan. En mezelf ook. Maar ik weet ook dat het te maken heeft met die beperking. Dat ik veel van dat verdriet niet bewust heb veroorzaakt. Dat probleemgedrag was mijn manier om om te gaan met de overlast in mijn hoofd. Ik weet nu dat ik beter kan.’
Uitvinden en begrijpen
Eigenlijk is Kim zichzelf nu als dertiger opnieuw aan het uitvinden. Aan de Dillenburgsingel is ze vooral die buurvrouw die veel lekkers bakt in haar oven en gek is op poes Mila. ‘Hiervoor heb ik zelf de knop omgezet,’ zegt Kim. ‘Ik was helemaal klaar met de problemen in mijn leven. Wilde een positieve ontwikkeling. Ik ben echt nog weleens boos. Dan probeer ik de tijd te nemen om te begrijpen waarom. O ja, denk ik dan: dáárom ben ik boos. En vervolgens praat ik er volwassen over. Of ik app een begeleider. Dan ben ik het ook kwijt.’
Gevoel en geduld
Kim kan goed wennen aan de nieuwe Kim. Ze heeft veel meer rust. Ook in haar hoofd. ‘Veel fijne gevoelens die ik nu heb, kende ik helemaal niet. Ik ben liever, ook voor mezelf. Ik zou het heel fijn vinden als ik geaccepteerd word om wie ik nu ben, in plaats veroordeeld om wie ik was. Mensen in mijn omgeving vinden dat nog lastig. Die herinneren zich vooral de oude Kim. Mijn begeleiders zeggen: het heeft tijd nodig. Maar ja, tijd is wel een dingetje voor mij. Ik wil er zó graag bij horen.’
Terrasje en vakantie
Af en toe pakt Kim een terrasje met een van haar buren. Ook doet ze soms samen met iemand uit de flat boodschappen. ‘Vrienden maken zou een mooie volgende stap zijn,’ zegt ze. ‘En die vriendschap vasthouden – dat is ook een dingetje. Met mijn begeleiders kan ik hier goed over praten. Hoe bouw je iets op met een vriend of vriendin? Dat gaat bij mij niet vanzelf. Uiteindelijk wil ik meer leuke dingen doen. Weekendjes weg, op vakantie. Waarnaartoe? Gewoon, lekker in Nederland!’
Goed voorbeeld en goed leventje
Een tijdje geleden kwam Kim een wijkagent van vroeger tegen. Ze vertelde hoe het met haar ging. Over zelfstandig wonen in haar eigen appartement, over haar werk bij een supermarkt, dat ze nu nog vrijwillig doet zodat ze het rustig kan opbouwen. ‘Die wijkagent zei: jij bent een voorbeeld voor anderen. Dat vond ik zó tof om te horen. Ik wíl ook een voorbeeld zijn. Je moet willen knokken voor een goed leventje. Dat is niet altijd makkelijk met een licht verstandelijke beperking. Maar als ik tussendoor af en toe terugkijk op wat ik heb bereikt, dan kan ik wel trots zijn.’